Indien Professional de werkzaamheden als ZZP’er verricht, dient in aanmerking te worden genomen dat partijen expliciet beoogd hebben om de werkzaamheden krachtens overeenkomst van opdracht uit te voeren in de zin van artikel 7:400 e.v. BW. Partijen beogen uitdrukkelijk noch een arbeidsovereenkomst aan te gaan in de zin van artikel 7:610 e.v. BW noch een fictieve dienstbetrekking tot stand te laten komen. Professional die ZZP’er is verklaart tevens dat hij voldoet en zal blijven voldoen aan de door de Belastingdienst aan ZZP’ers gestelde vereisten om als zelfstandig ondernemer te (blijven) worden aangemerkt.
Professional die ZZP’er is zal de overeengekomen diensten uitvoeren met eigen gereedschappen en benodigde materialen. Ingeval hulpmiddelen van Opdrachtgever en/of de Klant noodzakelijk zijn bij de uitvoering van de opdracht, brengt Opdrachtgever de daarmee samenhangende kosten in rekening aan Opdrachtnemer.
Partijen komen voorts overeen om in voorkomende gevallen de fictieve dienstbetrekking van thuiswerkers of gelijkgestelden zoals bedoeld in de artikelen 2b en 2c Uitvoeringsbesluit Loonbelasting 1965 en de artikelen 1 en 5 van het Besluit aanwijzing gevallen waarin arbeidsverhouding als dienstbetrekking wordt beschouwd (Besluit van 24 december 1986, Stb. 1986, 655), uitdrukkelijk buiten toepassing te laten en daartoe de Opdracht opstellen en ondertekenen voordat betaling plaatsvindt.
Opdrachtgever en Opdrachtnemer willen de toepasselijkheid van de fictieve dienstbetrekking van tussenkomst voorkomen. Daarvoor is van belang dat Opdrachtnemer de werkzaamheden verricht in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep.
Opdrachtgever mag redelijkerwijs aannemen (bewijsvermoeden) dat hiervan sprake is als hij, in aanvulling op deze overeenkomst:
a. vastlegt:
- de inschrijving van Opdrachtnemer/Professional bij de Kamer van Koophandel;
- het btw-nummer van Opdrachtnemer/Professional; en
b. in ieder geval afspraken heeft gemaakt over:
- aansprakelijkheid van Opdrachtnemer/Professional jegens de Klant;
- een concurrentie- en/of relatiebeding dat de Opdrachtnemer niet onredelijk beperkt in het verwerven of uitvoeren van opdrachten voor
andere opdrachtgevers;
- het risico van non-betaling door de Klant.
Het bewijsvermoeden dat geen fictieve dienstbetrekking van tussenkomst aanwezig is, is niet van toepassing indien Opdrachtnemer/professional hoofdzakelijk werkzaam is voor Opdrachtgever op basis van (opvolgende) opdrachten van (gezamenlijk) langere duur dan gelet op de aard van de werkzaamheden gebruikelijk is.